Door "Ut sit" wordt Opus Dei de eerste personele prelatuur binnen de Katholieke Kerk

Apostolische constitutie 'Ut sit'. Met deze bul van 28 november 1982 richtte paus Johannes Paulus II het Opus Dei als personele prelatuur op.

JOHANNES PAULUS II

DIENAAR DER DIENAREN GODS

TER EEUWIGE NAGEDACHTENIS

Met een zeer groot vertrouwen richt de Kerk haar moederlijke zorg en aandacht op het Opus Dei, dat de Dienaar Gods Jozefmaria Escrivá de Balaguer door een goddelijke ingeving op 2 oktober 1928 te Madrid heeft gesticht, opdat het altijd een geschikt en werkzaam instrument zou zijn voor de Kerk bij de vervulling van haar heilstaak ten bate van de wereld.

Deze instelling heeft zich inderdaad van het begin aan ingespannen om de taak van de leken in de Kerk en de burgerlijke maatschappij niet alleen in een geheel nieuw licht te stellen maar haar ook te verwezenlijken; zij heeft zich eveneens ingespannen om de leer van de algemene roeping tot heiligheid in daden om te zetten, alsook om de heiliging van de beroepsarbeid en door de beroepsarbeid in alle lagen van de maatschappij te bevorderen. Bovendien heeft zij getracht, door het Priesterlijk Genootschap van het Heilig Kruis, de diocesane priesters te helpen diezelfde leer in de uitoefening van hun priesterlijk dienstwerk in de praktijk te brengen.

Het Opus Dei is met de hulp van Gods genade zozeer gegroeid, dat het in talrijke bisdommen, over heel de wereld verspreid, werkt als een uit priesters en leken - mannen en vrouwen - bestaand apostolisch organisme. De instelling is tegelijkertijd organisch opgebouwd en ondeelbaar - dat wil zeggen, dat zij een eenheid van spiritualiteit, doelstelling, leiding en vorming bezit. Het was derhalve noodzakelijk er een juridische vorm aan te geven die beantwoord aan haar bijzondere kenmerken. De Stichter van het Opus Dei heeft zelf in 1962 de Heilige Stoel nederig en vol vertrouwen gevraagd, de instelling, gezien haar theologisch en oorspronkelijk karakter en met het oog op haar zo groot mogelijke apostolische werkzaamheid, een passende kerkrechtelijke vorm te verlenen.

Sinds het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie door het Decreet Presbyterorum ordinis, nr. 10 - ten uitvoer gebracht in het Motu proprio Ecclesiae Sanctae, I, nr. 4 - de personele prelaturen, ter verwezenlijking van bijzondere pastorale taken, in de rechtsstructuur van de Kerk invoerde, was het duidelijk dat deze juridische vorm voor het Opus Dei uiterst geschikt was. Daarom gaf Onze Eerbiedwaardige Voorganger Paus Paulus VI in 1969 de Dienaar Gods Jozefmaria Escrivá de Balaguer - aan diens verzoek welwillend gehoor gevend - verlof om een bijzonder Algemeen Congres bijeen te roepen, dat onder zijn leiding de bestudering van de omvorming van het Opus Dei ter hand moest nemen, in overeenstemming met zijn aard en met de normen van het Tweede Vaticaanse Concilie.

Wijzelf drongen uitdrukkelijk aan op de voortzetting van die studie en gaven in 1979 aan de Congregatie voor de Bisschoppen - de in deze zaak bevoegde instantie - de opdracht om, na een grondige analyse van alle gegevens, zowel de iure als de facto, de door het Opus Dei ingediende formele aanvraag te onderzoeken. Bij de uitvoering van deze opdracht heeft de Congregatie voor de Bisschoppen de haar voorgelegde kwestie zowel vanuit historisch als vanuit juridisch en pastoraal oogpunt aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Het resultaat was dat elke twijfel met betrekking tot de gerechtvaardigdheid, de mogelijkheid en de concrete manier om het verzoek in te willigen, volledig werd weggenomen, en dat de gewenste omvorming van het Opus Dei tot personele prelatuur overduidelijk passend en nuttig bleek te zijn.

Derhalve, in de uitoefening van Ons hoogste apostolisch gezag, onder aanvaarding van het aan ons door Onze Eerbiedwaardige Broeder, de kardinaal-prefect van de Congregatie voor de Bisschoppen, uitgebrachte advies, en, voor zover dat nodig is, borg staande voor de instemming van degenen die in deze aangelegenheid een eigen belang hebben of menen te hebben, stellen Wij de volgende bepalingen vast en schrijven de uitvoering daarvan voor.

I

Het Opus Dei wordt opgericht als personele prelatuur van internationale omvang onder de naam van het Heilig Kruis en Opus Dei, of afgekort, Opus Dei. Tegelijkertijd wordt het Priesterlijk Genootschap van het Heilig Kruis opgericht, als een vereniging van priesters die ten nauwste verbonden is met de prelatuur.

II

De prelatuur wordt bestuurd volgens de normen van het algemeen recht en van deze constitutie, alsook volgens haar eigen statuten, die de naam “Codex iuris particularis Operis Dei” krijgen.

III

De jurisdictie van de personele prelatuur strekt zich uit over de in haar geïncardineerde priesters, alsook over de leken die zich aan de apostolische taken van de prelatuur wijden - doch, wat deze laatsten betreft, alleen met betrekking tot de vervulling van de bijzondere verplichtingen die zij op zich hebben genomen door een juridische verbintenis, te weten een contract met de prelatuur. Zij allen, priesters en leken, staan onder het gezag van de prelaat ter verwezenlijking van de pastorale taak van de prelatuur, overeenkomstig de in het vorige artikel vastgelegde richtlijnen.

IV

De eigen ordinarius van de prelatuur van het Opus Dei is haar prelaat, wiens keuze volgens de voorschriften van het algemeen en het bijzonder recht geschiedt en door de Paus bevestigd moet worden.

Vn

Overeenkomstig artikel 117 van de Apostolische Constitutie Praedicate Evangelium resorteert de Prelatuur onder het Dicasterie voor de Clerus dat, al naar gelang het onderwerp, met de andere Dicasteries van de Romeinse Curie zal overleggen. Het Dicasterie voor de Clerus zal bij de behandeling van de verschillende aangelegenheden gebruik maken van de competenties van de andere Dicasteries door middel van passende raadpleging of overdracht van dossiers.

VIn

Elk jaar brengt de prelaat aan het Dicasterie van de Clerus een verslag uit over de gang van zaken in de prelatuur alsook over de ontwikkeling van haar apostolische werkzaamheden.

VII

Het centrale bestuur van de prelatuur heeft haar zetel in Rome. De kapel “Sancta Maria de Pace”, die zich in de hoofdzetel van de prelatuur bevindt, wordt als “ecclesia praelatitia” opgericht.

Bovendien wordt de Hoogeerwaarde Heer Mgr. Álvaro del Portillo, die op 15 september 1975 rechtmatig tot Algemeen Voorzitter van het Opus Dei is gekozen, bevestigd, en thans tot prelaat van de nieuw opgerichte prelatuur van het Heilig Kruis en Opus Dei benoemd.

Ten slotte belasten Wij met de gepaste uitvoering van alle bovengenoemde bepalingen de Eerbiedwaardige Broeder Romolo Carboni, titulair aartsbisschop van Sidon en apostolisch nuntius in Italië, aan wie Wij de noodzakelijke en vereiste volmachten verlenen, daarbij inbegrepen die van de subdelegatie - in de zaak waar het hier om gaat - aan welke kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder dan ook, met de plicht de Congregatie voor de Bisschoppen zo spoedig mogelijk een origineel exemplaar ter hand te stellen van de akte die de uitvoering van de opdracht bevestigt.

Niets staat de uitvoering van deze bepalingen in de weg.

Gegeven te Rome bij Sint Pieter op 28 november 1982, in het vijfde jaar van Ons Pontificaat.

AUGUSTINUS Card. CASAROLI Staatssecretaris

SEBASTIANUS Card. BAGGIO, Prefect van de Congregatie voor de Bisschoppen

Iosephus Del Ton, Apostolisch Protonotarius

Marcellus Rossetti, Apostolisch Protonotarius.



(n geeft aan dat de oorspronkelijke tekst is aangepast)

[Oorspronkelijke formulering van de artikelen V en VI, gewijzigd door Zijne Heiligheid paus Franciscus (conform Apostolische Brief in de vorm van Motu Proprio Ad charisma tuendum, 14 juli 2022, van kracht geworden op 4 augustus 2022)]:

V

De prelatuur ressorteert onder de Congregatie voor de Bisschoppen en behandelt de zich voordoende kwesties, al naar gelang het onderwerp, met de overige organen van de Romeinse Curie.

VI

Om de vijf jaar zal de prelaat aan de Paus, door middel van de Congregatie voor de Bisschoppen, verslag uitbrengen over de gang van zaken in de prelatuur alsook over de ontwikkeling van haar apostolische werkzaamheden.